Lees het verhaal van Siegfried en de draak! Probeer snel de vraagjes op te lossen en zo kan je punten verdienen .
Lang voordat de graaf zijn kasteel bouwde op de Drakenrots boven het dorpje Koningswinter, leefde op de top van de berg een afschuwelijke draak. Deze draak had een dik pantser van grote schubben. Op zijn rug had hij allemaal scherpe punten. Aan zijn poten zaten scherpe klauwen en zijn tanden waren groter en scherper dan die van elk ander monster. Als de draak woedend werd, krabde hij aan de wand van de berg. Met zijn scherpe klauwen maakte hij er scheuren in. Als hij zich verveelde, stampte de draak met zijn poot, zodat de losse stenen op de berg naar beneden rolden en in het dorpje terechtkwamen. De draak gromde tevreden als hij zag dat de rollende stenen huizen verwoestten en mensen van het dorp verwondden of doodden. Als de draak nieste, kwam er rook uit zijn neusgaten en verschenen er geelrode vlammetjes rondom zijn bek. Als de draak spuwde, stak hij met geel vuur alles in zijn omgeving in brand zodat nadien alles zwart verbrand achterbleef. De draak was zo gulzig dat hij ook andere draken opat. Nadat hij alle draken uit zijn omgeving had opgegeten, zat hij eenzaam en alleen op de Drakenrots. Omdat hij geen draken meer kon eten, wou hij ieder jaar een jong, mals meisje als maaltijd. De dorpsbewoners waren zo bang dat ze niet ‘neen’ durfden te zeggen: ze wilden de draak niet boos maken. Daarom werd er ieder jaar uit een ander dorp een jong meisje gehaald en geofferd aan de draak. Het was weer de tijd van het jaar dat de draak zijn offer wou hebben. Net op die dag kwam Siegfried, een dappere held die al vele avonturen beleefd had, in Koningswinter terecht. Siegfried reed op zijn paard het kleine dorp binnen, toen hij een trillend, bevend meisje zag dat meegevoerd werd door zes mannen. De ogen van het meisje waren rood van het huilen, maar ze zag er nog steeds mooi en lief uit. Siegfried kreeg medelijden met haar. “Waar gaan jullie met dat meisje heen?” vroeg hij aan de mannen. “Naar de draak op de berg! Het is de dag dat wij een meisje aan de draak moeten offeren”, sprak één van de mannen. “Ooooh daarvoor?! Breng het meisje toch naar haar ouders terug”, zei Siegfried. “Als wij haar niet brengen, eet de draak ons allemaal op!” antwoordde dezelfde man. “Dus alleen de dood van de draak kan haar redden?” vroeg Siegfried. De zes mannen knikten. Het bange meisje werd naar de top van de Drakenrots geleid. Siegfried keek haar na. ‘Alleen de dood van de draak kan haar leven redden’, hoorde hij de mannen opnieuw zeggen. Siegfried keek eens naar de top van de Drakenrots en daarna naar het meisje dat hij bijna niet meer kon zien. Zijn hart kromp ineen van zoveel verdriet. Siegfried besloot om te proberen het leven van het meisje te redden. Hij nam de kortste weg naar de top van de Drakenrots. Dat was de weg door het bos. De draak lag lekker te luieren in zijn hol en keek uit naar zijn jaarlijkse feestmaal. Hij spitste zijn oren toen hij takken hoorde knakken. “Daar komt mijn feestmaal aan. Hmmm… lekker zacht vers vlees!” zei hij. Hij kreeg al een warm gevoel in zijn buik en het speeksel stroomde al in zijn bek. De draak kwam blij uit zijn hol, maar toen kreeg hij een enorme schok: in plaats van een jong, mals meisje stond daar een dappere ridder met een schild en een zwaard. Siegfried en de draak begonnen te vechten op de Drakenrots. Maar het gevecht was niet eerlijk. Het pantser van de draak was heel dik en dus voelde de draak de slagen en stoten van het zwaard van Siegfried niet. De draak spuwde een paar keer achter elkaar geel vuur naar Siegfried, zodat die omver viel en telkens een stukje van de berg af rolde. Siegfried begon moe te worden. Toen hij voor de zoveelste keer van de berg af werd geblazen, dacht hij dat hij zou sterven. Om hem heen was de aarde zwart en verbrand. Siegfried klom weer naar omhoog, maar hij zag het niet meer zitten. Hij vreesde dat het hem niet zou lukken om de draak te verslaan en dat hij zelf zou opgegeten worden door de draak… Toen kreeg hij een idee. Siegfried liep, zo snel als hij kon, een flink stuk naar beneden. In het bos zocht hij zo veel mogelijk hout en droeg het naar boven. Hij klom met het hout in zijn armen de berg op, opnieuw naar de top. Daar stond hij dan, oog in oog met de gruwelijke draak, en hij wist dat dit voor hem de laatste keer zou zijn. De draak deed zijn enorme muil wijd open om de laatste keer aan te vallen. Siegfried reageerde snel: hij gooide het hout in de bek van de draak en het hout zette heel de bek van de draak in brand. De draak strekte zijn nek zo ver mogelijk uit om de brandende takken kwijt te geraken. De nek was nu zo ver uitgestrekt dat hij niet meer volledig bedekt was door de schubben. Toen Siegfried dat zag, stak hij onmiddellijk zijn zwaard in de nek van de draak. Er vloeide een stroom bloed uit. De draak wankelde even en viel dood neer. Siegfried stak een vinger in het bloed van de draak en onmiddellijk kwam er een beschermende laag rond zijn vinger. Op die plaats werd hij onkwetsbaar. Toen stak hij een voet in het drakenbloed. Daarmee gebeurde net hetzelfde. “Waauw, ik word onkwetsbaar, niemand zal me ooit nog kunnen doden! Dat is mijn beloning!” zei hij tegen zichzelf. Hij draaide zich helemaal rond in het bloed van de draak, zelfs zijn hoofd stak hij in het bloed. Hij genoot zo van zijn bad in het drakenbloed dat hij niet merkte dat er een blad op zijn rug neerkwam. Tijdens het bad bleef het blad op zijn rug plakken. Het zorgde ervoor dat er op die plek geen drakenbloed kwam. De zes mannen wisten nog van niks en kwamen met het meisje aan bij het drakenhol. Ze waren moe van de lange tocht op de berg en ze wilden snel weer terug. Ze bonden het meisje vast aan een dode boom. De draak had zijn offer en zou hen weer een jaar met rust laten. “Hé, waarom vechten jullie niet met de draak?” vroeg Siegfried. “De draak is veel te sterk!” antwoordden de mannen. “Oh ja?! Kom maar eens mee”, sprak Siegfried. De mannen zagen de dode draak en vielen op hun knieën voor Siegfried. Siegfried bevrijdde het meisje en bracht haar naar haar ouders terug. Die waren ontzettend blij dat ze hun dochter levend terugzagen en bedankten Siegfried.
De vraagjes:
Waar leeft de draak? a. in een grot b. op de top van een berg c. in een huis
hoe heeft Siegfried de draak gedood ?
hoe moet Siegfried de leven van het meisje redden? a. weg gaan . b. de draak doden .